Stel dat een bank zou aankondigen dat zij al hun deuren gaan openen en dat eenieder vrij is om te pakken wat hij wil aan schatten die zij opgeborgen hebben, bankbiljetten, goudstaven, munten etc. Wat zouden wij op dat moment doen? Zouden wij achterover leunen en toezien hoe anderen zich haasten naar de bank om te grijpen wat ze maar kunnen, beginnend bij de meest waardevolle dingen, zoals de goudstaven? Of zouden we slechts voor een paar geldmunten langsgaan? Nu verkeren we in een soortgelijke situatie, waarvan de beloning niet te evenaren is.
Beloningen tijdens Ramadan
We bevinden ons in de maand Ramadan, een maand waarin de beloning voor het oprapen ligt. We moeten deze kans met beide handen grijpen. En nog gulziger zijn dan wanneer we ons zouden haasten naar een bank. Grijp alles wat je kunt, reciteer de Qur’aan veelvuldig en houd je veel bezig met de Qur’aan. Sommige van onze vrome voorgangers lazen de Qur’aan elke dag uit en sommige lazen het 60 keer in een maand uit en anderen twee keer per dag. Zij waren zich bewust van de waarde van de Qur’aan en de beloning hiervoor.
لَهُمۡ قُلُوبٞ لَّا يَفۡقَهُونَ بِهَا وَلَهُمۡ أَعۡيُنٞ لَّا يُبۡصِرُونَ بِهَا وَلَهُمۡ ءَاذَانٞ لَّا يَسۡمَعُونَ بِهَآۚ أُوْلَٰٓئِكَ كَٱلۡأَنۡعَٰمِ بَلۡ هُمۡ أَضَلُّۚ أُوْلَٰٓئِكَ هُمُ ٱلۡغَٰفِلُونَ
“Zij bezitten harten waarmee zij niet begrijpen en zij bezitten ogen waarmee zij niet zien en zij bezitten oren waarmee zij niet horen, zij zijn degenen die als het vee zijn. Zij dwalen zelfs nog erger. Zij zijn degenen die achteloos zijn.” (Soerah Al-A’raaf:179)
Bovengenoemd vers leert ons dat we de Qur’aan zouden moeten overpeinzen met onze harten. Tegen de profeet vrede zij met hem werd in de Qur’aan gezegd:
وَٱذۡكُر رَّبَّكَ فِي نَفۡسِكَ تَضَرُّعٗا وَخِيفَةٗ وَدُونَ ٱلۡجَهۡرِ مِنَ ٱلۡقَوۡلِ بِٱلۡغُدُوِّ وَٱلۡأٓصَالِ وَلَا تَكُن مِّنَ ٱلۡغَٰفِلِينَ
“En noem (de Namen van) jouw Heer in jezelf met nederigheid en vrees, en zonder luidruchtigheid van woorden, in de ochtend en in de avond en behoor niet tot de achtelozen.” (Al A’raaf:205)
Mensen mogen bij wijze van spreken banken leeghalen en meepakken wat ze maar kunnen aan rijkdom en jij zit ondertussen toe te kijken en beseft niet wat er allemaal gaande is. En Allaah, de Verheven zegt:
أَفَلَا يَتَدَبَّرُونَ ٱلۡقُرۡءَانَ أَمۡ عَلَىٰ قُلُوبٍ أَقۡفَالُهَآ
“Denken zij niet na over de Qur’aan? Of zijn er sloten op hun harten?’’ (Mohammed:24
Drie soorten aarde
Hoe vaak staan wij stil bij hetgeen dat we van Allaah, de Verheven hebben gekregen? Onze harten zijn te vergelijken met aarde en de Qur’aan met water. Wij bestaan uit een ziel en lichaam, onze ziel is afkomstig van boven en ons lichaam is van de aarde. Er bestaan verschillende soorten aarden. De eerste soort is de aarde die wanneer er regen op neerdaalt het water opneemt en veel vruchten afgeeft. Tot deze categorie behoort de groep waarover de profeet vrede zij met hem heeft gezegd, ‘de beste onder jullie zijn degenen die de Qur’aan leert en onderwijst.’
De tweede soort is de aarde die een beetje van het water opneemt, maar geen vruchten afgeeft. Een gedeelte van het water wat niet opgenomen wordt door deze aarde blijft liggen, waar de dieren vervolgens van drinken en gebruikt kan worden voor de landbouw. Deze aarde is vergelijkbaar met het hart dat nut haalt uit de Qur’aan, maar niet anderen hierbij van nut is.
De derde soort is een woestijn, wanneer er veel water op neervalt geeft hij geen vruchten af en als mensen voorbij zouden lopen zouden ze zich afvragen of het hier ooit geregend zou hebben. Zo is dat met iemand wiens hart verhard is terwijl de Qur’aan wordt voorgedragen, het heeft totaal geen effect op hem. Allaah, de Verhevene zegt:
ثُمَّ قَسَتۡ قُلُوبُكُم مِّنۢ بَعۡدِ ذَٰلِكَ فَهِيَ كَٱلۡحِجَارَةِ أَوۡ أَشَدُّ قَسۡوَةٗۚ وَإِنَّ مِنَ ٱلۡحِجَارَةِ لَمَا يَتَفَجَّرُ مِنۡهُ ٱلۡأَنۡهَٰرُۚ وَإِنَّ مِنۡهَا لَمَا يَشَّقَّقُ فَيَخۡرُجُ مِنۡهُ ٱلۡمَآءُۚ وَإِنَّ مِنۡهَا لَمَا يَهۡبِطُ مِنۡ خَشۡيَةِ ٱللَّهِۗ وَمَا ٱللَّهُ بِغَٰفِلٍ عَمَّا تَعۡمَلُونَ
‘’Toen verhardden jullie harten zich daarna, zodat zij als steen werden of zelfs harder dan dat, want voorwaar, er zijn stenen waaruit rivieren ontspringen en voorwaar, er zijn stenen die splijten zodat er water uitstroomt, en er zijn er die neervallen uit vrees voor Allaah. En Allaah is niet onachtzaam omtrent wat jullie doen.’’ (Al Baqarah:74)
Een hart van steen
Wanneer er veel water valt op rotsen, dan zullen die op een gegeven moment zelfs zachter worden en naar beneden storten. Deze verharde harten zijn erger dan rotsen. Dit is de maand van de aanbidding en iedereen is meer bezig met het klaarmaken van allerlei gerechten om deze vervolgens op tafel te presenteren, alsof dat ons doel is van deze maand, waar zijn we mee bezig? We moeten ons inspannen te worden zoals de aarde waar regen op neerdaalt en het opneemt en de vruchten afgeeft! We voeden onszelf elke dag en verzorgen ons lichaam hiermee, maar wat voor voeding geef ik aan mijn ziel? Die heeft ook gepaste voeding nodig. Je hebt fysiek voedsel nodig voor jouw lichaam, maar jouw ziel heeft ook voeding nodig. Door de Qur’aan te beluisteren en te reciteren zal het jouw hart bereiken en het op deze manier voeden. Onze lichamen zijn afkomstig van de aarde, aldus heeft deze voeding uit de aarde nodig. En onze zielen zijn afkomstig van Allaah, dus hebben wij ook voeding van boven nodig. Het hart wordt geraakt naar gelang de liefde die je hebt voor de Qur’aan. Waardeer dat Allaah, de Verhevene met jou communiceert wanneer je de Qur’aan voordraagt of beluistert. Hoe beantwoord je de boodschap van Allaah die Hij naar jou gezonden heeft en hoe ga je om met deze berichten? Het belangrijkste orgaan is jouw hart, we moeten hierop gefocust zijn en deze constant onderzoeken aan de hand van de Qur’aan. Hoe zijn we met de Qur’aan? Onderzoek jouw hart zodat je kunt zien in welke toestand deze verkeert. De Qoraan is dhikroellaah, de gedenking van Allaah, zolang je deze deur niet sluit. Hoe sluit je deze deur? Door onachtzaam te zijn ten opzichte van de Qur’aan en je er niet mee bezig te houden. Al Hasan al basrie zei, ‘Onderzoek de zoetheid in drie dingen: in het gebed, in het gedenken en het reciteren van de Qur’aan.’ Wanneer dit niet het geval is, dan is de deur gesloten.
فَإِنَّهَا لَا تَعۡمَى ٱلۡأَبۡصَٰرُ وَلَٰكِن تَعۡمَى ٱلۡقُلُوبُ ٱلَّتِي فِي ٱلصُّدُورِ
“Voorwaar, de ogen zijn niet blind, maar de harten in hun borst zijn blind.”(Al H’adj:46)
Het belangrijkste orgaan is het hart, maar deze heeft een link met de ogen en de oren. Deze kunnen een grote invloed hebben op het hart. Waarom raken we niet ontroerd door de Qur’aan? Dit komt omdat onze harten bedekt zijn en niets zal dan jouw hart kunnen bereiken. We moeten daarom dit hart goed onderhouden en zachter proberen te maken zodat we de Qur’aan makkelijker tot ons kunnen opnemen en ontroerd raken hierdoor. Wanneer er vruchtbaar grond is waar een grote zeil op wordt gelegd zal het water de grond niet bereiken, we moeten die bedekking verwijderen om dit mogelijk te maken. Hoe doen we dit met ons hart? Door constant terug te keren naar Allaah, de Verhevene en Hem om hulp te vragen. Toen Moesa vrede zij met hem als profeet werd gestuurd door Allaah, vroeg hij Hem zijn broer als versterking mee te sturen en hij vroeg vervolgens:
قَالَ رَبِّ ٱشۡرَحۡ لِي صَدۡرِي ٢٥ وَيَسِّرۡ لِيٓ أَمۡرِي٢٦ وَٱحۡلُلۡ عُقۡدَةٗ مِّن لِّسَانِي٢٧ يَفۡقَهُواْ قَوۡلِي٢٨
“O Heer, verruim mijn borst. En maak mijn taak makkelijk voor mij. En verlos mij van het gebrek in mijn tong. Zodat zij mijn woorden zullen begrijpen.’’ (TaaHaa:25-28)
En zo waren alle profeten. Ze vroegen Allaah, de Verhevene altijd om hulp in hun aanbidding en ze dachten ook na over de tekenen van Allaah. Zie Ibrahiem vrede zij met hem, die nadacht over de tekenen van Allaah. We moeten Allaah daarom ook vragen ons te helpen. ‘ijaaka na3boedoe wa iyyaaka nasta3ien’ dit is een vers die we constant herhalen in onze gebeden, we vragen Allaah, de Verhevene ons te helpen en ons te leiden ‘ihdinaa ssiraatal moestaqiem, naar het rechte pad. Je dient jezelf over te geven en je tot Allaah te keren en je nederig op te stellen tot Allaah en Hem te vragen om leiding, en de volgende duaa’ te verrichten:
اللّهُـمَّ إِنِّي عَبْـدُكَ ابْنُ عَبْـدِكَ ابْنُ أَمَتِـكَ نَاصِيَتِي بِيَـدِكَ، مَاضٍ فِيَّ حُكْمُكَ، عَدْلٌ فِيَّ قَضَاؤكَ أَسْأَلُـكَ بِكُلِّ اسْمٍ هُوَ لَكَ سَمَّـيْتَ بِهِ نَفْسَكَ أِوْ أَنْزَلْتَـهُ فِي كِتَابِكَ، أَوْ عَلَّمْـتَهُ أَحَداً مِنْ خَلْقِـكَ أَوِ اسْتَـأْثَرْتَ بِهِ فِي عِلْمِ الغَيْـبِ عِنْـدَكَ أَنْ تَجْـعَلَ القُرْآنَ رَبِيـعَ قَلْبِـي، وَنورَ صَـدْرِي وجَلَاءَ حُـزْنِي وذَهَابَ هَمِّـي
Wanneer Allaah, de Verhevene de Qur’aan een bron van licht en lente in ons hart maakt, zal deze ontroerd raken door de Qur’aan, al zouden we de betekenis ervan niet eens begrijpen. Wat een grote gunst is ons toch gegeven!