De Qur’aan, één van de mooiste gunsten die ons is gegeven! Elke dag ontvangen we hieruit berichten. Helaas wat erg triest is, is dat Allaah, de Verhevene met ons spreekt, maar we weten niet eens weten wat Hij tegen ons zegt. De Koning der Koningen praat tegen jou en waar ben jij mee bezig? Is het niet voldoende dat we ons hiervoor moeten schamen? We leren vele talen maar kunnen niet eens begrijpen wat Allaah, de Verhevene tegen ons zegt.
Onze houvast!
Een geleerde van vroeger, imaam ash Shaatibi, moge Allaah hem genadig zijn heeft gezegd over de tijd waarin hij leefde: ‘We verkeren in een tijd waarin we veel geduld moeten opbrengen, zoals een persoon die een steenkool probeert vast te houden’, hoe lang zul je dit vol kunnen houden? Deze beschrijving gaf hij aan de mensen in zijn tijd, wat zouden wij dan moeten zeggen over de situatie waarin wij verkeren? En hij zei: ‘Als mensen de Qur’aan hadden geaccepteerd dan zouden onze ogen gevuld zijn met vele tranen, zoals de wolken gevuld zijn met regen’, wat is er dan toch met ons aan de hand? De reden van onze trieste houding ten opzichte van de Qur’aan is de verharding van onze harten. We leven alsof we honderden jaren te leven hebben, niet beseffend dat onze gemeenschap gemiddeld slechts 60 of 70 jaar te leven heeft zoals de profeet vrede zij met hem in een overlevering heeft gezegd. Hoe komt het dan toch dat we deze waardevolle tijd toch verspillen in onnodige en overbodige zaken? Wij zoeken allemaal zegeningen in onze tijd, mensen klagen over tijdnood en over het feit dat ze niets gedaan krijgen. Keer dan terug naar de Qur’aan en je zult zien dat je veel zegeningen zult krijgen in jouw leven! Allaah, de Verhevene zegt hierover in Soerah Al-An’aam:155
وَهَٰذَا كِتَٰبٌ أَنزَلۡنَٰهُ مُبَارَكٞ فَٱتَّبِعُوهُ وَٱتَّقُواْ لَعَلَّكُمۡ تُرۡحَمُونَ
‘’En dit is een Boek dat Wij hebben neergezonden als een zegen, volg het daarom en vrees (Allaah), hopelijk zullen jullie begenadigd worden.’’
De Qur’aan is een medicijn. Vele mensen hebben tegenwoordig lichamelijke en mentale klachten, iedereen lijd wel aan iets mensen grijpen dan snel naar de verkeerde middelen om van deze klachten af te komen, terwijl de Qur’aan het medicijn is tegen al deze klachten. Door bezig te zijn met de Qur’aan, deze te reciteren, te leren en ernaar te handelen moeten we streven te behoren tot de Ahloel Qur’aan. Ahloel Qur’aan, de lieden van de Qur’aan, zijn de mensen van Allaah, de Verhevene en degenen die hij uitverkoren heeft. We moeten onszelf elke dag en elk moment afvragen, wat we willen bereiken en wat ons doel is en dit voor onszelf opschrijven. We moeten altijd streven naar de nabijheid van Allaah, de verhevene en zien hoe we dat kunnen realiseren.
Stees wanneer je ziet dat iemand jou voorbijstreeft in goede daden, dien je jouw best weer te doen om hem voorbij te streven. We zouden ons moeten blijven haasten naar het goede om de tevredenheid van Allaah, de Verhevene te zoeken. Een goed voorbeeld hierin is de profeet Moesa vrede zij met hem, die tegen Allaah, de Verhevene zei (in suraat Taa Haa aya 84):
قَالَ هُمۡ أُوْلَآءِ عَلَىٰٓ أَثَرِي وَعَجِلۡتُ إِلَيۡكَ رَبِّ لِتَرۡضَىٰ
”En ik haastte mij naar U, O mijn Heer, om door U behaagd te worden.”
Moesa vrede zij met hem was al geliefd bij Allaah, de Verhevene en Allaah, de Verhevene was alreeds tevreden over hem. Toch haastte hij zich alsnog naar Allaah, de Verhevene om nog meer tevredenheid te krijgen.
Een ander deugdzaamheid van de Qur’aan is dat degene die zich ermee bezighoudt, hij niet zal lijden aan dementie. De Qur’aan is het touw van Allaah, de Verhevene. In Soerah Ali-Imraan: 103 zegt Allaah, de Verhevene:
وَٱعۡتَصِمُواْ بِحَبۡلِ ٱللَّهِ جَمِيعٗا وَلَا تَفَرَّقُو
‘’En houdt jullie allen stevig vast aan het touw van Allaah en wees niet verdeeld.’’
De profeet vrede zij met hem zei: ‘’Ik heb jullie iets achtergelaten, wanneer jullie je hieraan vasthouden zullen jullie na mij nooit afdwalen; het boek van Allaah en mijn sunnah.’’ (sahih al-djami’ #2937 al-Albani)
Stel iemand bevindt zich in een grote oceaan, waarbij deze persoon alleen maar water om zich heen ziet. Er zal angst aanwezig zijn, maar de persoon zal ook niet weten wat te doen. We vergelijken deze oceaan met onze wereld, waarin wij dreigen te verdrinken vanwege de verleidingen en misleidingen, we weten niet meer wat wel en niet toegestaan is en verkeren in dwaling met betrekking tot het maken van keuzes. Waar zou iemand zich dan aan vast moeten houden om gered te worden uit deze grote oceaan? Aan de Qur’aan! Houd je dan vast aan de Qur’aan, het touw van Allaah, de Verhevene. De profeet vrede zij met hem zei:
فإن هذا القرآن سبب طرفه بيد الله و طرفه بأيديكم، فتمسكوا به، فإنكم لن تضلوا و لن تهلكوا بعده أبدا
‘’Deze Qur’aan bevindt zich aan één kant in de Handen van Allaah en aan één kant in jullie handen. Houd er daarom aan vast en jullie zullen na mij niet meer afdwalen of ten onder gaan.’’ (Sahih muslim)
We moeten ons vasthouden aan het touw van Allaah en terugkeren naar Allaah. Is het Allaah, de Verhevene die ons nodig heeft, of zijn wij het die Hem constant nodig hebben? Ondanks dat wij degenen zijn die Hem nodig hebben, zijn wij onachtzaam en is Hij Degene die ons steeds terugroept naar Zijn Genade. Allaah, de Verhevene zegt in de Qur’aan:
قُلۡ يَٰعِبَادِيَ ٱلَّذِينَ أَسۡرَفُواْ عَلَىٰٓ أَنفُسِهِمۡ لَا تَقۡنَطُواْ مِن رَّحۡمَةِ ٱللَّهِۚ إِنَّ ٱللَّهَ يَغۡفِرُ ٱلذُّنُوبَ جَمِيعًاۚ إِنَّهُۥ هُوَ ٱلۡغَفُورُ ٱلرَّحِيمُ
Zeg: “O mijn dienaren die buitensporig zijn tegenover zichzelf, wanhoopt niet aan de Genade van Allaah. Voorwaar, Allaah vergeeft alle zonden. Voorwaar, Hij is de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige.’’ (az Zumar:53)
Kennis zonder handelingen
We verkeren in een tijd waarin het moeilijk is geworden om de Qur’aan in praktijk te brengen en hiernaar te handelen. Terwijl de metgezellen juist gewoon waren om tien verzen uit het hoofd te leren en pas verder gingen met de volgende tien verzen, wanneer ze de voorgaande verzen gepraktiseerd hadden. Tegenwoordig zijn er heel veel mensen die de Qur’aan uit het hoofd geleerd hebben, maar helaas weerspiegelt hun gedrag niet de Qur’aan, integendeel zelfs. Je ziet mensen die de Qur’aan kennen en zeer grof zijn en erg slecht gedrag vertonen. Laten we eens kijken naar onze toestand met de Qur’aan. Hoe zijn wij nu ten opzichte van de Qur’aan vergeleken met onze vrome voorgangers? We lezen elke dag soerah Al-Faatih’ah in ons gebed, maar slechts weinigen van ons die ook stil staan en nadenken over deze verzen. Een Islamgeleerde, ibnoel Qayyim heeft drie boekdelen geschreven over slechts één vers uit deze geweldige soerah, namelijk:
إِيَّاكَ نَعۡبُدُ وَإِيَّاكَ نَسۡتَعِينُ
U Alleen aanbidden wij, en U Alleen vragen wij om hulp
In zijn boekenserie ‘Madaariedjoe ssaalikin’ legt hij slechts één vers uit, en dan nog was hij niet klaar met zijn uitleg. Zie hoe onze geleerden nadachten en lering trokken uit slechts één enkele vers en hoe goed zij deze begrepen hadden! Allaah, de Verhevene zegt in de Qur’aan:
لَهُمۡ قُلُوبٞ لَّا يَفۡقَهُونَ بِهَا وَلَهُمۡ أَعۡيُنٞ لَّا يُبۡصِرُونَ بِهَا وَلَهُمۡ ءَاذَانٞ لَّا يَسۡمَعُونَ بِهَآۚ أُوْلَٰٓئِكَ كَٱلۡأَنۡعَٰمِ بَلۡ هُمۡ أَضَلُّۚ أُوْلَٰٓئِكَ هُمُ ٱلۡغَٰفِلُونَ
“Zij bezitten harten waarmee zij niet begrijpen en zij bezitten ogen waarmee zij niet zien en zij bezitten oren waarmee zij niet horen, zij zijn degenen die als het vee zijn. Zij dwalen zelfs nog erger. Zij zijn degenen die achteloos zijn.” (Soerah Al-A`raf:179)
We zouden ons eigenlijk allemaal moeten inspannen om de Arabisch taal te leren en als we dat niet willen dan zeggen we eigenlijk met andere woorden dat we Allaah niet willen begrijpen! Allaah, de Verhevene vergelijkt deze mensen die de Qur’aan niet begrijpen met vee, Allaah heeft de Qur’aan gezonden als leiding en zie waar iedereen mee bezig is? Zijn wij als het vee geschapen om alleen te eten, te drinken, te slapen en te genieten van alles? Allaah, de Verhevene heeft ons een boek gestuurd om Hem te leren kennen en te kijken en na te denken over Zijn tekenen die Hij ons heeft gestuurd. Allaah, de Verhevene zegt dat deze mensen nog erger zijn dan het vee. Wie zijn deze mensen eigenlijk?أُوْلَٰٓئِكَ هُمُ ٱلْغَٰفِلُونَ: Dat zijn degenen die achteloos zijn. Degenen die niet bewust zijn van deze grote leiding.